Watkostdebouwvaneenhuurwoning
Watkostdebouwvaneenhuurwoning

Verslag bijeenkomst: Hoe duurzaam moet nieuwbouw zijn?

13 juli 2017
 

Duurzaamheid van woningen staat hoog op de agenda bij corporaties. Op 15 juni kwamen vertegenwoordigers van een aantal corporaties en enkele bouwers en adviseurs bij elkaar over de vraag hoe duurzaam een nieuwe woning dient te zijn. Een verslag van een goed gesprek hierover.

Deelnemers kunnen de presentaties en het verslag hier downloaden.

Wat komt er op uw af met betrekking tot nieuwbouw: Over EPV, BENG en circulair bouwen

Jos Verlinden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de verschillende relevante regelingen op een rij gezet. Er zijn in feite twee duurzaamheidssporen binnen de regelgeving. De eerste is gericht op de energieprestatie van woningen. Hieronder vallen de EPC-eis en de energieprestatievergoeding. De EPC-eis wordt vanaf 2021 vervangen door de BENG-eisen[1].

De milieuprestatie gebouwen is de uitwerking van het tweede spoor, gericht op de gebruikte materialen. Deze milieuprestatie gebouwen (MPG) moet sinds 2013 uitgerekend worden bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Per 2018 wordt deze MPG genormeerd. Dit was bij verschillende corporaties nog niet bekend.

Tijdens de discussie kwamen twee opvallende punten naar voren:

  • De twee duurzaamheidssporen staan los van elkaar. Een zonnepaneel draagt bijvoorbeeld bij aan een gunstige energieprestatie, maar scoort relatief laag op de MPG omdat de productie van zonnepanelen veel energie kost. Er zijn wel instrumenten die beide sporen in samenhang bekijken, zoals de nZEB tool en GPR Gebouw, maar er is vooralsnog geen sprake van een geïntegreerde score in de regelgeving.
  • De regelingen gericht op duurzaamheid zijn vooral ongunstig voor de bouw van kleinere woningen. De energieprestatievergoeding is bijvoorbeeld een bedrag per vierkante meter, terwijl de extra investering vrijwel gelijk is voor grote en kleine woningen. Dit terwijl veel corporaties juist kleinere woningen willen gaan bouwen.

Tenslotte vroeg Jos Verlinden aandacht voor circulair bouwen. In oktober is een Rijksbrede doelstelling vastgesteld dat Nederland in 2050 100% circulair is. Momenteel wordt, ook voor de bouwsector, nagedacht hoe daar te komen. Het thema circulair heeft vooral tot veel aandacht geleid voor de sloop van woningen en de waarde van de materialen op dat moment.

Siemensstraat: De leerpunten van de eerste EPV nieuwbouwwoningen

De tweede spreker, Lennart de Vos, presenteerde de eerste ervaringen van KleurrijkWonen met nieuwbouw van woningen die in aanmerking komen voor de energieprestatievergoeding, aan de hand van het project Siemensstraat. De reden voor KleurrijkWonen om naar duurzaamheid te kijken is primair voor de lagere woonlasten voor bewoners. De energieprestatievergoeding wordt niet in rekening gebracht bij de eerste huurders omdat het een pilotproject is en de werkelijke energiebesparing nog onbekend is.

In het project Siemensstraat wordt de duurzaamheidsambitie gecombineerd met andere wensen en randvoorwaarden zoals de stedenbouwkundige inpassen, het toevoegen van seniorenwoningen en het vergroten van de betaalbare voorraad. Vooral die laatste eis beperkt de investeringsruimte.

Om de woningen in aanmerking te laten komen voor de energieprestatievergoeding zijn verschillende keuzes gemaakt in het ontwerp. De trias energetica is de leidraad hiervoor. Dat betekent hoge isolatiewaarden, balansventilatie en infrarood verwarming om de warmtevraag zoveel mogelijk te beperken. De benodigde energie voor gebouwgebonden en huishoudelijke apparatuur wordt geleverd door zonnepanelen. Om in aanmerking voor de EPV te komen, dient 100% van het energiegebruik duurzaam te worden opgewerkt. Voor de BENG is dit 50%.

De toepassing van infraroodverwarming middels panelen is het meest innovatief te noemen. Deze wijze van verwarmen werkt met straling. De verwarming is gebruiksvriendelijk en comfortabel omdat het direct warm is en omdat de straling een prettige warmtebeleving geeft. Een lagere kamertemperatuur volstaat omdat de stralingswarmte warmer aanvoelt. De panelen moeten daartoe geplaatst worden boven de verblijfsplekken (eettafel, bank). De infraroodverwarming geeft alleen voldoende warmte in goed geïsoleerde ruimten. Een bijkomend voordeel is dat leidingen overbodig zijn, omdat de panelen op elektriciteit werken. Voorlopig zijn de genoemde voordelen rekenkundig van aard. KleurrijkWonen gaat monitoren of en hoe de panelen in de praktijk uitwerken.

Naar aanleiding van de pilot Siemensstraat heeft KleurrijkWonen gekozen om in de nieuwbouw in te zetten op BENG. Per project wordt de extra investering om tot EPV-niveau te komen, overwogen. Het opwekken van extra zonne-energie draagt echter niet bij aan het CO2 neutraal maken van woningen, als de energieleveranciers zorgen voor duurzaam opgewekte energie via het net.

Lees hier de projectbeschrijving van het project Siemensstraat, inclusief benchmark.

Duurzame vastgoedsturing: naar energieneutraal in 2030

De derde presentatie ging over de duurzaamheidsambities van Wonion, meer op strategisch niveau. Gerrolt Ooijman schetste hoe Wonion gaat zorgen voor een energieneutrale voorraad in 2030. Wonion zoekt in feite bij elke investering en onderhoudsingreep uit hoe deze bij kan dragen aan de doelen en heeft dit niet op voorhand vastgelegd. Het streven naar duurzaamheid is ook vertaald naar de eigen werkwijze, het kantoor en bijvoorbeeld het gedrag van medewerkers.

De grootste verduurzamingsopgave zit in de bestaande voorraad. Bij mutatie worden alle woningen minimaal naar label C gebracht en voorzien van zonnepanelen. Bij woningen met een laag energielabel kan het kostenefficiënt zijn om de woningen met een grote sprong naar NOM te brengen. De meeste woningen van Wonion hebben echter een label B of hoger. Deze worden met kleinere investeringen naar A+ gebracht. Hierbij wordt bewust niet gekozen voor de energieneutrale 'theemuts', deze is onbetaalbaar en een schil van label A/B is goed genoeg. Daarom moet op termijn ook goede stroom geleverd worden om op den duur een energieneutrale voorraad te krijgen.

Nieuwe woningen worden op niveau van de EPV gebouwd. Nieuwbouw is rendabeler met de energieprestatievergoeding, ook al wordt deze niet voor 100% in rekening gebracht. De woonlasten van deze woningen zijn lager dan voor reguliere nieuwbouwwoningen, maar ook lager dan bij energieneutrale, all-electric woningen. Dit ondanks de hogere onderhoudslasten die de installaties met zich mee brengen.

Meetbaar en bespreekbaar maken van duurzaamheid

De laatste presentatie werd verzorgd door Thijs Kurstjens van W/E adviseurs. Hij propageert het meetbaar maken van duurzaamheid om een handelingsperspectief te bieden. Internationale vastgoedbeleggers doen dit bijvoorbeeld met GRESB. Bij corporatievastgoed beperkt de inzichtelijkheid zich vooralsnog tot de energie-index.

Duurzaamheid is breder dan de energieprestatie van woningen. W/E adviseurs gebruikt GPR-Gebouw om duurzaamheid te meten. In de definitie van GPR horen ook milieu (materialen), gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde bij duurzaamheid. De MPG gaat ervoor zorgen dat de eenzijdige focus op energie tenminste wordt verbreed naar materiaalgebruik en CO2-reductie. W/E adviseurs hanteert een geïntegreerde score voor de duurzaamheid van gebouwen waarin energie en materialisatie beide een plek krijgen (DPG).

Wanneer we door deze bril naar nieuwbouw kijken dan blijkt de EPV-woningen relatief duurzaam. Hierin is rekening gehouden met de milieu-impact van de benodigde, extra installaties om energie te besparen en op te wekken. Aangezien deze woning meer energie opwekt dan gebruikt voor gebouwgebonden apparaten, wordt deze extra impact gedurende zijn levensduur gecompenseerd.

De volgende stap in het duurzaamheidsdenken is circulariteit. Dit wordt door verschillende corporaties opgepakt. Circulariteit voegt aan de GPR-thema's toe dat producten of delen daarvan ook hergebruikt worden. De GPR-score wordt daarmee uitgebreid zodat ook circulariteit meetbaar wordt.

 

[1] BENG kent drie (voorgenomen) eisen: een maximale energiebehoefte van een gebouw <25 kWh/m2/jaar; primair fossiel energiegebruik < 25 kWh/m2/jaar; Aandeel hernieuwbare energie > 50% (Woningbouw volgens BENG, 2017, LenteAkkoord)

Watkostdebouw vaneenhuurwoning
Benchmark renovatie en verduurzaming